Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [21]Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen [22]in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het [23]schrift [24]van het huis Israels niet geschreven worden, en [25]in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben. 21. Dat is, mijne kracht om te straffen en te verderven; alzo Ex.9:3; Richt.2:15; 1 Sam.12:15. 22. Alzo wordt het woord sod genomen, Ps.89:8, en Ps.111:1. De zin is dat de valse profeten niet onder Gods uitverkoren volk zouden gerekend, noch zijn geestelijke goederen mede deelachtig worden. 23. Dat is, in het register der ware kinderen Gods; vergelijk Ex.32:32, en de aantekening; idem, Ps.69:29, en de aantekening; Luk.10:20; Openb.13:8, en Openb.17:8, en Openb.20:15, en Openb.21:27. 24. Dat is, van de ware kerk niet bevonden worden. 25. Dat is, in het land van Juda niet wederkeren uit de Babylonische gevangenschap; gelijk ook die onboetvaardig blijven niet komen zullen in het hemelse Kanaan.